Het jaar van Sint Maarten

sintmaarten7Op 2 januari 2016 werd de gerenoveerde Utrechtse Stadsschouwburg voor het eerst in gebruik genomen bij de start van het culturele Sint Maartensjaar. Burgemeester Jan van Zanen gaf zijn traditionele nieuwjaars-toespraak waarin hij terugkeek op 2015 (Tour de France, Daphne Schippers, etc) en vooruitzag naar 2016 (100 jaar Jaarbeurs, 380 jaar Universiteit) en de verder verwijderde toekomst (Utrecht als voorbeeld van Healthy Urban Living). Alexis de Roode schreef voor de gelegenheid een nieuwjaarsgedicht.

Het jaar van Sint Maarten

Laet ons van herten danckbaer sijn
met waerden loff, sinte Martijn.

Het jaar is nog gesluierd
in ochtendmist en vuurwerknevels.
In het theater schuift het doek open
en de rookmachine draait.
Toekomst doemt op
en achter ons schimmen de eeuwen weg.

We zien alleen wat heel dichtbij is.
Men maakt een stad in zijn hoofd
al snel zo klein als een Domtorentje,
zeven steegjes, Schele Miep,
een gevoel dat in een handpalm past,
gewoon, waar je woont,

en wat je eigenhandig tot stand bracht
vult volledig de gedachten:
grachten die veranderen in autowegen
die veranderen in grachten.

Maar de stad is vreemder dan dat.
Als je doordringt in de mist
kom je halfvergeten schatten tegen:

Koning Radboud die Wodan aanbad.
Rorik de Viking die de stadsmuur afbrak
en de Russische Kozakkenprins Narisjkin
die op de Neude in een tent zat
alsof de stad een steppe was.

Bovenop de toren, diep in de mist
staat dit jaar een Hongaar,
een Romeinse soldaat, die ruiter was
en zo in het rijk der Franken belandde,
waar drie eeuwen later aan een van de randen
op Romeinse resten een stad werd geplant
door een Engelse priester.

Deze stad is gemaakt door vreemden
met vreemde gewoonten en vreemde genen
die aan de horizon kwamen opdoemen
en weer in de nevel verdwenen.

De rook van het vuurwerk waarmee
de Chinezen de geesten en jaren verjagen
hangt hier in de lucht
en in de verte klinken doffe knallen
waar steden en beschaving vallen.
De vreemden komen in honderdtallen
naar onze veilige haven gevlucht.

In de mist verrijst de wereldstad
die Utrecht vanaf het begin is geweest.
Wie geschiedenis kan lezen, leest
in elke naakte steen
alle namen van diegenen
die samen Utrecht maakten.

Sint Maarten was een Romein
die nooit naar Utrecht is gekomen
maar toch hier is gebleven.
De helft van zijn mantel gaf hij weg,
de andere helft bleef van Rome.
Dit is wat hij zegt: je kunt ook delen
zonder jezelf weg te geven.

Wij zullen vanzelf wel in mist verdwijnen.
Maar de stad zal leven.

We gaan aan de hand van Sint Martijn
het nieuwe jaar in, een wit vel papier.
De wereld is wild en nieuw.
Als in het begin.
Alles is hier.

 

Alexis de Roode
2 januari 2016