De Eenzame Uitvaart: Arthur de Rijk

EENZAME UITVAART #23,

Daelwijck, Utrecht, 21 september 2017

Dichter van Dienst en verslag: Nanne Nauta

Vandaag brachten we met zijn zevenen de heer de Rijk weg, vier dragers, twee uitvaartbegeleiders en ik, dichter van dienst. We hebben er allemaal een wat ongelovig gevoel bij. Hoe kan het dat iemand die elke dag vanuit een stoel op het plein bij het stadhuis de inwoners van Utrecht gadeslaat, daar humoristisch over praat, mee praat, dat zo iemand zo’n kleine uitvaartstoet heeft? Als we met de baar de begraafplaats oprijden kijk ik nog even achterom of er echt niemand aan komt rennen. Nee, niemand. Het had me de dag ervoor ook al dwarsgezeten met schrijven: ik schrijf een gedicht voor iemand die mij, die ons allemaal, beter kende dan wij hem. Hoeveel inwoners van Utrecht heeft hij niet zien rommelen aan fietsen, zien zitten op het terras, zien zoenen, patatje Plof zien eten?

Blijf je?

Voor Arthur de Rijk
(Utrecht, 29 mei 1946 – Utrecht, 13 september 2017)

De Franse schrijver Sartre schreef ooit een roman
waarin de doden na het doodgaan bij ons blijven.
Ze hangen om ons heen, zonder fysieke lijven,
en geven commentaar op jan en alleman.

Wij, de levenden, kunnen ze niet zien en horen.
Het idee dat het zo zou kunnen zijn hield lang
mijn gedragingen en verveling in bedwang,
bang als ik was om mijn voorzaten te verstoren.

Ik spreek deze woorden bij je graf en misschien
luister je wel mee. Lach je me nou vierkant uit?
Je hebt een mening, daar kunnen we niet om heen.

In een stoel op het plein zat je het liefst alleen,
bij het stadhuis is er altijd wel iets te zien,
en, wie weet, ben je er nu definitief thuis.

©2017 verslag en gedicht, Nanne Nauta